Dag 18, van Porto naar Vila do Conde

4 april 2023

 

H
Na de “rustdag” weer op pad voor de volgende 11 wandeldagen. Als ik vandaag alles had moeten lopen hadden er meer dan 35 km opgezeten, dat was het nadeel van het omzetten van de route. Net als heel veel ander pelgrims ben ik de eerste 10 km naar de kust met de metro gegaan. Ik ben begonnen met lopen in Matosinhos. Uiteindelijk heb ik vandaag nog ruim 25 km gelopen.

Het weer voor het lopen langs de kust is perfect, geen wind en zon en niet te heet. Ja en wat ik al vermoedde is dat het vanaf Porto krioelt van de Pelgrims, vandaag gesproken met Canadezen, Amerikanen, Fransen, Oostenrijkers, italianen en Nederlanders.

 

De metro stopt in Matosinhos vlakbij weer een markthal, hier een drukte van belang, het is hier ook een soort veiling van groenten die buiten bij de vrachtwagens verhandeld wordt.

 


Voor mij voelt dit hier als de toeristische camino, leuk voor één dag maar niet meer. Desondanks was het erg leuk en mooi om het mee te maken.

Matosinhos uitlopend loop je gelijk naar de Atlantische zee. Direct de boulevard en de zee. En natuurlijk de vuurtoren.

 


Maar wat heel apart is dat je zeker 20 km niet over een boulevard, niet over het strand maar over houten vlonders loopt. Daar zit een partij hout in.

 


Soms is de oversteek weggewaaid of er veel zand op de vlonders gewaaid zodat je de palen niet meer kan zien. Dat is even door duinzand banjeren.

 


Ineens hoor ik iemand in de verte roepen en zwaaien, ik wist het meteen, het is Wilma. Ook zij heeft vandaag gekozen voor deze route, is ook met de metro gegaan en wilde wel even een stuk over het strand lopen. Ik ben op de vlonders gebleven maar een stuk verder ben ik even op haar blijven wachten.

We hebben samen in een strandtent wat gedronken.

 

 

Ik zie af en toe wel mensen op het strand, maar geen zwemmers in de zee. Ik verwacht dat dat hier ook levensgevaarlijk is met al die rotsen en hele hoge golven die tegen de kust opbeuken

 


De route gaat ook door twee vissersdorpjes, Labruge en Vila Chá. Het is een grote zooi van vissers attributen, bootjes en rommel.
Maar in het de dorpen ruik je de houtskool en wordt de vis voor de lunch op de BBQ klaargemaakt. Om 12:30 uur vond ik dat niet aantrekkelijk om ook te gaan zitten.

 


Duinen heb je hier niet, ook geen dijken, dat is hier niet nodig. Daardoor zie je huisjes van vissers pal aan de kust staan en soms een leuke kapel aan de kust op de rots staan.

 


Net na drie uur komen we aan in Vila do Conde, samen met heel veel andere pelgrims, soms voortsukkelend na hun eerste dag. Een pastoor of koster van een kleine kapel roept ons zijn kapel in om een stempel te halen voor het pelgrimspaspoort. De helft liep door want zagen het niet zitten een ongelukkige trap te beklimmen. Wilma en ik en twee anderen zijn bediend door de heer des huizes.

 

Als je het centrum van Vila do Conde inloopt over de rivier RIO Ave, valt gelijk het grote gebouw op. 
Het klooster van Santa Clara, het klooster van Santa Clara in Vila do Conde, was een van de grootste en rijkste vrouwelijke kloosters in Portugal, gesticht in 1318 door Afonso Sanches en zijn vrouw, Teresa Martins Telo. Men leefde wel achter de tralies.

 


Niet veel verder is mijn overnachtingplek. Wilma ging nog op zoek naar een Auberge, zij gaat voor de slaapzalen.

Nog even een mooi plein met vele bloemen.

 

Vila do Conde was de vertrekplaats van de bekende ontdekkingsreizigers. 
 


Morgen loop ik achter het klooster langs om via een tussen route uit de komen in Arcos, dan zit ik weer op de centrale route en loop richting Barcelos. Het is wel tegen de 30 km lopen. Qua afstand maakt het niet veel uit met wat ik oorspronkelijk zou lopen, van Vilarinho naar Barcelos.,

Maar om 7 uur ontbijten en op tijd gaan lopen.