Dag 27; Villeneuve - Saint Maurice, 13 juni 2019

Bisschop Sigeric heeft over dit deel van de Via Francigena zeker gelopen, net als de Romeinen en Napoleon. Sigeric heeft in het jaar 990 zeker de abdij van Saint Maurice bezocht, de Kanunniken zijn hier al 1500 jaar actief. Vertrokken uit Villeneuve bij het meer van Genève nu naar de oorsprong van de Rhône. Tussen de Alpen door worstel zich de Rhône. Vanuit alle kanten wordt de rivier gevoed met smeltwater dat van de Alpen af dendert. Op allerlei plekken zie je het water aanstormen. Het water is niet helder door al het zand en grind wat meegespeeld wordt.

De dag was weer droog en zonnig, bij het verlaten van Villeneuve de kerk nog even op de foto gezet. Het wordt weer een lange dag met veel km, en toch een aantal venijnige klimmen maar ok een afdaling van 25%, dat is best pittig. Altijd wat pijntjes in mijn rechtervoet, maar dan is het ineens weer goed en loop ik als het speer.

Vanuit Frankrijk valt me telkens de grote schare aan verschillende luiken voor de ramen, soms strak afgewerkt, soms verweerd, wel leuk om ook eens in een collage te zetten. Dit zijn dan wel Zwitserse luiken. Wat mij ook al lang op alt is het type vitrage, een rechte strook die 20 a 30 cm boven de onderkant van het raam naar een punt is geknipt met een balletje eraan. Waar let je op zal je denken, ja je wandelt en zoet wat. De foto in de collage links boven is daar een voorbeeld van.

Wat ook opvalt als je hoog loopt is het vlakke land tussen de Alpen in, steeds verder de Alpen in wordt dat smaller, maar het ziet er apart uit, zeker met een enkele bult in da vlakke gebied.

Ook kom ik vandaag op een oud Romeins weggetje, ook dat heeft Sigeric zeker gelopen. Romeinse wegen zijn vaak niet de makkelijkste weggetjes om over te lopen. Aan dit weggetje staat ook een oud kasteel (vandaag niet bezocht).

Het hoogtepunt van de dag ligt toch in Saint Maurice. De abdij van Sint-Mauritius is in de Romeinse doorvoerpost Agaunum gebouwd op de ruïnes van een voormalige tempel, die gewijd was aan Mercurius, de god van de reizigers. De plaats werd voor het eerst bekend door een handschrift van Sint-Eucherius, bisschop van Lyon, dat hij rond het jaar 454 stuurde aan bisschop Salvius. Eucherius kreeg een openbaring waardoor hij overtuigd raakte van het martelaarschap van een Romeins legioen, het Thebaanse Legioen onder leiding van Sint-Mauritius. In 1840 verleende paus Gregorius XVI de titel van (bisschops)zetel van Bethlehem, voor eeuwig, aan de nu onafhankelijke Abdij van Sint-Mauritius. De hele geschiedenis door is de abdij door zijn strategische ligging ten opzichte van de bergpas en onafhankelijkheid onderworpen geweest aan de grillen van de oorlog. De abdij werd vaak schatplichtig gemaakt en gedwongen om losgeld of huurlingen te betalen. Heden ten dage is er een middelbare jongensschool gevestigd. De plaats Saint Maurice is ook naar de abdij genoemd. De abdij is zelf een “territoriale abdij” en maakt geen deel uit van een bisdom. De abdij van Sint-Mauritius is het meest bekend van de verhalen over het martelaarschap van het Thebaanse Legioen. De abdij is het centrum van Sant Maurice, maar wordt zelden bezocht door toeristen. Maar wel door pelgrims, ik was er. De abdij is een heel groot complex, maar staat tegen een steile Alpen berg aan en onmogelijk goed op de foto te krijgen.

De abdij is nog volledig in gebruik, de kanunniken van Sint Augustinus, leven, wonen en werken er nog steeds. Hoeveel weet ik niet, ik viel met mijn neus in de boter er was net een dienst begonnen, daar heb ik 14 kanunniken geteld, en niet allemaal met grijze haren. Ik heb onbeleefd tijdens de dienst een foto gemaakt.

En na de dienst kon ik nog net een foto maken met de verlichting aan. De entree deuren zijn van koper, aan de binnenzijde zijn de namen van 1400 martelaren gezet, waaronder Petrus en Paulus. Deze deuren stammen pas uit 2000.


Toch lijken hier echt wel veel toeristen te komen, de Grand Rue is een en al terras midden op straat, het oogt gezellig.dat deel is iets verder dan het deel op de foto.

Morgen trek ik verder de Alpen in naar Martigny, de dag daarop begint het constante klimmen. Er wordt een klein beetje regen verwacht. Helaas was de receptie bij het klooster gesloten voor een stempel in mijn paspoort. Als ik morgen erg traag weg ga, kan het, maar ze gaan pas om 10 uur open, en dat is wat te laat, ook voor traag doen.