Dag 6, van Santarem naar Colegã

23 maart 2023

 


Inmiddels  zitten er al weer na vandaag ruim 110 km op. Vandaag toch besloten gewoon de hele route te lopen en niet een stuk de trein te nemen. Volgens mijn app heb ik er vandaag ongeveer 35 km opzitten. Het liep erg goed, ik haalde een wandelsnelheid van iets meer dan 5 km per uur, dat is niet verkeerd maar zeker geen must. Ontbijt had ik vandaag op mijn overnachtingsplek, ik had om 7 uur willen ontbijten maar schrok om kwart voor zeven wakker. Dan heb ik nog zeker wel een half uur nodig om de rugzak goed in te pakken, de watervoorraad op orde brengen en me nog even douchen. Uiteindelijk vertrok ik om ca. half acht.

De route gaat wel langs het station, maar dat ligt beneden aan de heuvel buiten de stad en was drie kwartier lopen. Het leek een bewolkte dag te worden, wel droog. Maar achteraf voel ik dat de zon toch pittig op mijn hoofd heeft gebrand. Ik had toch mijn hoed moeten opzetten.

 

Santarém ligt boven op een heuvel, als ik dat in Italië zag was dat dan altijd een ommuurde vesting. Bij het verlaten van de stad liep ik door de Porte de Santiago, een overblijfsel van een klein stuk vestingsmuur. 
 


Vanaf hier ging ik via een stijl smal paadje de helling af, ik moest opletten niet onderuit te gaan. Met beleid ben ik goed beneden gekomen. Onderweg nog een mooi zicht op de Taag.

 


Beneden aangekomen over een bewaakte spoorweg waar ik nu niet hoefde te wachten. Een stuk verder duik ik de wijngaarden in en loop ruim 5 km tussen wijngaarden in. De boeren zijn veel aan het ploegen tussen de wijnstokken in, en ze ontzien niet echt het wandelpad. Soms werd er gewoon doorgeploegd over het wandelpad heen. Het zal wel een gunst van hen zijn dat we hier mogen lopen. 
soms nog even terugkijkend naar het hoog gelegen Santarém.

 


Het eerste plaatsje waar ik doorloop is Val de Figueira, het plaatsje waar ik eventueel met de trein heen gewild had.

Vandaag is de weekmarkt in het dorp, met het maken van de foto kreeg ik veel schaterlach, wie maakt hier nu een foto van? Twee verkopers……

 


Na deze plaats kom ik in een Eucalyptus bos, die heb ik ook veel in Spanje gezien, toen roken ze heerlijk, daar is het nu nog te vroeg in het jaar voor. Het bleek geen heel groot bos te zijn, helaas.

 


Ben ik nog andere pelgrims tegengekomen vandaag? Niet de bekende, maar wel anderen, even samengelopen met een Duitse vrouw die vandaag gestart is in Santarém. Zij wilde niet in Lissabon starten. Ze sprak ook nog wat Nederlands omdat ze een master in Leeuwarden heeft gedaan. Ze is wel van plan naar Santiago te lopen. Dan nog een man die ik niet gesproken heb, hij kwam vlak achter mijn aan bij mijn lunch plek. Ik had verwacht dat hij mij wel zou inhalen, maar niet meer gezien. Ik zit nu in een Hostel waar meer pelgrims verblijven, het kan best zijn dat zij al binnen zijn.  Maar iedereen heeft een eigen kamer met tweepersoonsbed a la een hotel. Ieder trekt zich na zo een dag even terug voor de nodige rust.

 

ik had wel zin in de lunch maar dat was even flink doorstappen, om 13 uur kwam ik aan in het plaatsje Azinhaga. Altijd weer leuk om zo een plaats binnen te lopen na een lange route over zand en grindwegen.

 


Ja, een verder in de plaats een lekker terrasje voor de lunch. En natuurlijk dat goedkope kopje koffie. 
Hier ook even mijn watervoorraad aangevuld om voldoende te hebben tot Colegã. Ik was niet de enige die uit wilde rusten, op de bank zit iemand 24 uur per dag. Apart dat ik dat tafereel later ook in Colegã tegen ben gekomen.

 


Vanaf hier is het nog maar 7 km naar Colegã lopen. Maar de weg daar naar toe is recht toe recht aan, een brede asfaltweg waar veel auto ‘s langs razen. In mijn boekje stond al een waarschuwing en langs de weg staan borden om automobilisten erop te wijzen dat hier pelgrims lopen. Ik moet zeggen, iedereen geeft ruim baan, maar ik ban altijd zeer oplettend met de weet zonodig in de berm te springen. Was niet het leukste stuk van de dag.

 

 

 


Ik was blij na 1 uur en drie kwartier blij het bordje Colegã te zien. Je loopt eerst langs natuurlijk de kerk, en dan langs de man op het bankje, de foto die ik eerder liet zien. Net voor drie uur kon ik mijn hostel binnen. Ik had al bericht dat mijn sleutel in de bloembak zou liggen met mijn naam erop. Er lagen zeker nog 5 sleutels.

Schoen uit en op naar de douche, die wel in een gedeelde badkamer zit, maar wat wil je voor

€ 16,20 voor een overnachting. 
omdat ik de eerste was ben ik gelijk de douche ingedoken nadat ik daar ook mijn was weer heb gedaan, ik had inmiddels vuile was van drie dagen.

Daarna nog even op zoek gegaan naar een supermarktje, altijd goed om even uit te lopen op mijn slippers.

 


Colegã heeft iets met paarden, overal zie ik paardentram haltes, en een grote baan midden in de stad. Hoe kan dat? Ik heb wat gevonden op internet, en dat omdat je geen overnachtingsplek had.
 

De twaalfde eeuw, Portugal. Een vrouw uit Galicië reist tussen Tomar en Santarem en mist één ding: een overnachtingsplaats. En dus wordt er op haar verzoek een herberg gebouwd. De naam? Venda da Galega, oftewel de winkel van de Gallische. Wat begon als een enkele herberg groeide in honderden jaren uit tot dé paardenhoofdstad zoals we ‘m nu kennen: Golegã.

Deze kleine plaats is jaarlijks het speelveld van een van de grootste paardenfestivals ter wereld. In de achttiende eeuw begon dit festival als een simpele markt waar boeren uit de omgeving hun producten aan de man brachten. In de omgeving woonden echter veel paardenfokkers. Hierdoor duurde het niet lang voordat deze boerenmarkt uitgroeide tot een paardenmarkt.

Elk jaar vindt de International Horse Fair hier plaats van één tot elf november. Bij de viering van dit festival horen veel tradities. Zo dragen aanwezigen bijvoorbeeld klederdracht uit de achttiende eeuw. De Golegaanse straten worden gevuld met de geur van vers gepofte kastanjes en een wirwar van aandoenlijke kramen waar je terecht kan voor verschillende soorten drank.

Dit festival draait om status, pronken en paraderen. Zo vind je om de arena waar de wedstrijden zich afspelen de Manga. De weg waar alle paarden, ruiters en fokkers zichzelf laten zien en toejuichen. Om de Manga ligt de Casetta. Hier kan je de paardenfokkers ontmoeten. Hoe dichter een paardenfokker bij de Manga en dus de arena staat, hoe meer aanzien hij of zij heeft. De trots die straalt uit de gebruiken van dit paardenfestival, is onlosmakelijk verbonden met de Portugese cultuur.


Morgen loop ik naar Tomas, weer een pittige tocht. Het zou zelfs een ietsepietsie nat kunnen worden. Ik za het beleven. Nu moet ik eerst even mijn kleindochter Nina bellen die bij Adie is, over een half uur moet ze naar bed. Tot morgen….