Vanmorgen op tijd uit bed om te proberen rond de klok van zeven te vertrekken. Om kwart over zeven vertrok ik zonder ontbijt richting Tomar. Het was “lekker” bewolkt en geen zon op mijn kop, die ik gisteren had laten verbranden. Als ik maar enigszins schaduw zag zette ik mijn hoed op. Een ietsepietsie regen heb ik gehad, ca. 10 minuten motregen, dat was alles.
de dag van vandaag gaat niet meer over vlakke wegen, af en toe moet ik wat klimmen. Hieronder daar een voorbeeld van. Daar kwam ik van beneden vandaan.
Dat klimmen is weer even wennen, niet dat het grote hoogtes zijn maar soms erg steil. Ik hoopte snel een bar te vinden voor mijn ontbijt, helaas in de eerste twee dorpjes niets, pas na ruim twee uur lopen en barretje die je bijna voorbij zou lopen.
De barman ontving mij erg enthousiast, hij maakte wel even een broodje met ham en daar een bak koffie bij. Hij sprak regelmatig Duits tegen mij. Op mijn vraag daarover gaf hij aan dat hij 15 jaar een transportbedrijf in Zwitserland heeft gehad. Zijn familie runt dat nog maar hij is met zijn vrouw teruggegaan naar Portugal. Hij is op leeftijd en runt nu het barretje wat hem uitstekend bevalt.
Hij vroeg ook of ik stempel in mijn pelgrimspaspoort wilde, die had hij speciaal voor de pelgrims, een stempel van de kerk Igreja Matriz de Atalatia, vertaald moeder kerk van Atalatia. Die ga je straks nog zien gaf hij aan, en ja hoor, zelfs een nationaal monument en zeer goed onderhouden.
Over onderhouden gesproken! Eerder liep ik door een spook dorpje, er woont en leeft niemand meer, ingestorte boerderijen, leegstaande minihuisjes, een ingestorte kerk en nog aan de buitenzijde een redelijk uitziend gebouw, vermoedelijk vroeger een klooster of zo iets. Ook dat stond helemaal leeg.
Ik ben even een huisje ingelopen, dat is een huisje zoals je veel onderweg ziet. Een kleine woonkamer, keukentje en 2 slaapkamers, dat vul ik maar zelf in.
Ooievaars en ooievaars, dat beeld heb ik ook van Spanje. Hier onder andere in de hoogspanningsmasten, barst het van de nesten met ooievaars daarop, per mast tel ik al snel 8 tot 10 nesten. Altijd weer een bijzonder gezicht dat zij waar het ook maar kan nestelen.
De bossen waar ik vandaag doorloop staan weer vol met eucalyptus bomen. Daaronder lijkt het net of de heide al bloeit, dat kan natuurlijk niet dat hoort pas in augustus. Maar…het lijkt er wel op en bloeit in maart.
Morgen heb ik ook een lange tocht voor de boeg. Vandaag toch maar besloten om de laatste 6 km met de trein doen. Ik moest ruim een uur wachten, maar heb intussen het blog gemaakt tot vóór dit stuk. Ik had wel verder willen gaan maar werd aan de praat gehouden door een man uit India, hij verwacht binnenkort zijn Portugese paspoort te krijgen met het besef dat hij overal in de EU kan werken. Hij wil het restaurant in, en was zeer geïnteresseerd wat hij dan in Nederland zou verdienen, echt een goed antwoord kon ik hem niet geven, ik heb maar € 1500 in de maand gezegd. Nederland leek hem een geweldig land.
Daarna met de trein in 10 minuten naar Tomar.
Wel lekker dat ik dit gedaan heb want ik had nog de energie om even Tomar in te gaan. Het was drie uur en ik kon pas om vier uur op mijn overnachtingplek terecht.
vanaf het station had ik direct zicht op het Convento di Christo boven op de berg.
Het Convent van Christus is een klooster. Het klooster staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het klooster is oorspronkelijk gebouwd door de Orde van de Tempeliers en later uitgebouwd door de Orde van Christus, de opvolgers van de Tempeliers in Portugal.
Tegenwoordig is het complex een museum.
Op mijn overnachtingsplek heb ik half uur geschiedenis gekregen over Tomar. De Eigenaar had in Wageningen gestudeerd en runt nu een elektrische apparaten zaak en de overnachtingen.
Het komt hier op neer:
Onder de stad Tomar liggen de resten van de twee Romeinse steden Nabantiaen Sellium. In maart 1147 viel de stad toe aan Alfons I van Portugal, die het op de moslims van Al-Andalus veroverde. In 1159 werd het aan de Tempeliersonder grootmeester Gualdim Pais geschonken. De Tempeliers maakten van Tomar hun hoofdkwartier en bouwden er een kasteel. Het lukte de emir Aboe Joesoef Jakoeb al-Mansoer in 1190 niet de stad en kasteel op deze Tempeliers onder grootmeester Gualdim Pais te heroveren.
Ook heeft het een relatie met Nederland, hij liet mij een foto zien van kantklossen, dat doen ze bij ons en bij hun. Hier heet het wel anders natuurlijk, maar het woord kantklossen kende hij ook. Ook haalden de Nederlanders en de Belgen veel fruit uit deze streek. Ik kon als Nederlander niets bij hem verkeerd doen.
Nog even verder de stad ingelopen en lekker een biertje genomen dat is ontspannen. ( € 1,60)
Door de stad loopt de rivier de Rio Nabão, dat oogt altijd direct gezellig en mooi, het verloop is behoorlijk en het water duikt op verschillende plekken omlaag, een echt foto plekje.
Inmiddels werd de lucht ook weer blauw en moest ik in Tomar mijn hoed weer op. Het was een goede keus van me om een stukje trein te pakken, even lekker ontspannen. Uiteindelijk heb ik toch al vandaag 26 km gelopen.
Erg leuk dat er weer zoveel mensen meelezen!!!!!
Morgen loop ik naar Alvaiázere, een kleine 33 km verder, meest langzaam omhoog lopend. De truc met de trein kan niet want Tomar is een eindstation. 74 % verhard lopen en 26 % onverhard, althans dat staat in mijn boekje. Het weer is morgen goed, geen regen en half bewolkt. Weer lekker op tijd weg dat is mij goed bevallen. Wel eerst hier even een bar zoeken voor het ontbijt en koffie voor vertrek.