Camino Portugués


Caminho Portuguės


The Portguess Way


Laatst bijgewerkte pagina: Nieuwegein naar Lissabon


(wil je direct naar een andere pagina scrol dan even naar beneden en zoek de pagina die je wil gaan bekijken, op iedere pagina zit een knop vorige dag en volgende dag)

Ik loop de binnenland (central) route, vanaf Porto verder naar nummer 16 en verder.




Sint Jacobus pelgrimage

In de Bijbel wordt St. Jacobus een discipel van Jezus genoemd die zijn beroep als visser verliet om Jezus te volgen. De Bijbel vertelt weinig over hem, behalve dat hij werd verzocht om plaats te nemen aan de rechterhand van Jezus in de hemel en dat hij aanwezig was bij belangrijke gebeurtenissen zoals de Transfiguratie van Jezus huilend in de tuin.

St. Jacobus werd bekend als patroonheilige van Portugal (en primaire patroonheilige van Spanje) dankzij traditie, mondelinge geschiedenis, legende en mythe die vertelt over zijn bediening op het Iberisch schiereiland. Het verhaal gaat dat James tevergeefs predikte in Iberia.

De Maagd Maria verscheen aan Jacobus met de pilaar waaraan Jezus was vastgebonden om gegeseld te worden en droeg hem op een kerk te bouwen in Zaragoza. James keerde toen terug naar Jeruzalem en stierf de marteldood, en zijn lichaam werd op een stenen schip naar Spanje vervoerd.

Het schip landde in Iria Flavia (het huidige Padrón), en de discipel van Jacobus ontmoette het schip daar om zijn lichaam over te brengen voor begrafenis op een nabijgelegen heuvel. Het lichaam van St. Jacobus werd herontdekt in 813CE, toen een christelijke kluizenaar genaamd Pelayo een licht zag dat hem naar het graf leidde. De bisschop authenticeerde deze relikwieën en koning Alfonso II bouwde een kapel voor de heilige.

Aan de huidige kathedraal werd begonnen in het jaar 1075 en voltooid in de jaren 1120.

De bedevaart naar Santiago bereikte zijn hoogtepunt in de 11e-12e eeuw, met meldingen van 1000 pelgrims per dag die naar de kathedraal kwamen. De belangstelling voor relikwieën was groot en de infrastructuur voor pelgrims nam toe. Veel kerken boden onderdak aan pelgrims. Santiago werd een van de drie belangrijkste christelijke bedevaartsoorden, samen met Rome en Jeruzalem.

Voor de meeste middeleeuwse pelgrims betekende de weg naar Santiago een slopende reis van zes maanden tot een jaar. Net als vandaag kwamen pelgrims met verschillende doeleinden en motivaties. Een belangrijke motivatie was om te bidden, om vergeving te vragen, om een gelofte na te komen of om St. Jacobus te verzoeken om een bepaalde zegen, zoals genezing. De bedevaart werd soms 'voorgeschreven' door een priester of religieuze ambtenaar als boetedoening voor een gepleegde misdaad.

Pelgrims kwamen uit alle lagen van de samenleving, van royalty's en rijke landeigenaren met paard en wagen, tot ambachtslieden en arbeiders te paard uit de middenklasse, tot boeren, paupers en bedelaars te voet. De tocht was beladen met vele gevaren, waaronder het vinden van drinkbaar water, het oversteken van rivieren, exorbitante tolgelden bij bergpassen, luizen en vlooien, bandieten, dieven en moordenaars.

Daarom reisden pelgrims in groepen die voornamelijk uit mannen bestonden. De meeste hospices zorgden voor grote stromatrassen die door tientallen mensen werden gedeeld. Deze ontberingen werden gezien als een integraal onderdeel van de pelgrimservaring en identificeerden zich met de Via Dolorosa of 'weg van lijden' die Jezus onderging op zijn weg naar het kruis



De links naar alle dagen