Dag 34; Aosta, 20 juni 2019.


Vandaag in Aosta mijn derde rustdag, om bij te komen van de klim en afdaling van de Col de Grand Bernardo. Gisteren en vandaag is het hier rond de dertig graden, er is gisteravond wat onweer geweest maar niet veel van betekenis. Het voordeel is dat mijn was snel droog is en al weer in de rugzak zit. Vandaag is het de dag om het Aosta uit de Romeinse tijd te gaan bekijken.

Reeds in de oudheid bewoonde een megalithische bevolking het gebied, dat werd overgenomen door de Salassi, een Kelto-Ligurische stam. Ze werden in 25 voor Christus verslagen door keizer Augustus en zijn bereden legioenen en er werd een stad gesticht met zijn naam: Augusta Praetoria Salassorum - nu afgesleten tot Aosta. Na het jaar 11 v.Chr. werd het de hoofdstad van de provincie Alpes Graies (de grijze alpen). Na eeuwen van keizerlijke overheersing en kerstening wist Aosta dankzij de Alpen en haar stadsmuren met succes invasies af te slaan.

Mijn slaapplaats zit aan de Romaanse weg mer Romaanse brug net aan de zuidelijke kant van de oude stad, daar waar de grote triomfpoort van Augustus staat naar de ommuurde stad. Hieronder een foto van de Romaanse brug met rechtsboven net in het hoekje een glimp van mijn hotel. Als je onder de brug door kijkt zie je een terras, daar heb ik vanmorgen ontbeten, lekker buiten. Deze brug gast over een bedding van een niet meer bestaand riviertje.


Aosta is door de Romeinen gebouwd on in dit dal de toegangswegen naar de passen in de Alpen te kunnen bewaken en tol te heffen. Je moest door de stad heen om verder richting de Alpen te kunnen. De stad is in een vast patroon aangelegd, één groot rechthoek met daarin allemaal vakjes van gelijke afmetingen waarbinnen de bebouwing plaats vond. Dan was er plaats voor een Colosseum, een theater en een tempelcomplex. Rechts onder het Colosseum (waar niets meer van te zien is) het theater en in het midden bovenaan het tempelcomplex. Naar het theater en het tempelcomplex is na archeologisch onderzoek weer het een en ander terug te vinden, en zoals gisteren al op de foto is een groot deel van de muur rond de stad nog zichtbaar.


Als gast van Aosta krijg je een voucher waarmee je voor vijf euro een kaartje kan kopen om de vier belangrijkste punten te bezoeken. Ik ben begonnen bij het Romaanse theater. Als je het plaatje ziet van hoe het is geweest, is er met de opgravingen en het gedeelte van wat er nog stond het goed terug te halen.



Na het zien van dit monumentale en historiesche Romaanse werk op naar het volgende. Het oude tempelcomplex. Van de tempel en alles wat bovengronds was is niets meer over. Wat wel weer te bewonderen is is de crypte. De Romeinse cryptoporticus, ondergrondse galerijen ten noorden en onder de kathedraal, vergelijkbaar met het Forum van Trajanus in Rome.Twee gangen van 130 en 90 meter. Rond het tempelcomplex liep een galerij waar deze cryptegang onder zit. Men maakt ook heel visueel op een film hoe het in elkaar heeft gezeten.


Deze gangen lopen onder de rechter en achterste bebouwing rond de tempels. Het is jammer dat er niet meet terug is te vinden. Maar de wijze waarop alles in beeld wordt gebracht is zeer goed. Je kan een goede voorstelling maken hoe het was.


Net rechts van dit oude tempelcomplex, zelfs een gedeelte op het complex staat nu de kathedraal van Aosta, de “Santé Maria Assunta” een geweldig mooie entreepartij. Al in de 4e eeuw is deze kerk gebouwd maar in de 11e eeuw compleet verbouwd. Deze oorspronkelijk Romaanse kerk nu in barok en renaissance stijl van binnen en de entree, met Gotische bogen in het dak.. Ook zo’n kerk maakt verschillende aanpassingen mee in de loop der tijd.


Hierna heb ik even een kopje koffie gedronken en ben toen het archeologisch museum gaan bezoeken. Al die gevonden scherven en potjes vind ik nooit zo interessant, de geschiedenis van zo’n stad boeit mij meer. Ik heb daar nog wel een foto van de maquette genomen die in het begin van het blog voorkomt en nog een foto van de poort van de uitgang.


Na deze culturele zaken was het al weer middag geworden tijd voor een stukje ontspanning. Naast het grote neo classistische stadhuis van Aosta (helaas niet goed op de foto te zetten omdat het plein ervoor met twee minivoetbalvelden is bezet voor een of ander evenement dat gaat komen) tijd voor iets Italiaans, een Aperol Spritz. Al het eten wat erbij staat vraag je niet om dat is standaard en krijg je er ongevraagd bij. Zit in de prijs van je drankje die hier overigens niet meer Zwitsers zijn, maar goedkoop.



Hierna siësta tijd en vast even aan het blog van vandaag gewerkt. Ondanks mijn busrit van gisteren heb ik toch nog mijn minimale 10.000 stappen per dag gemaakt. Ik had het plan op zoek te gaan naar een Brace voor mijn knie, maar een die de plek waar de pantella pees aan de knie vast zit beschermt. De pijn zit namelijk daar. Ik heb dit ooit eens eerder gehad maar net die Brace heb ik niet bij me. Eerst 3 sportzaken af, nee helaas niet, maar ik kreeg een tip dat bij het ziekenhuis een zaak zit die dat wel heeft. Zaak gevonden maar niet op voorraad, kon het bestellen dat duurt twee dagen. Verder doorgelopen naar het ziekenhuis, wie weet zit daar zo’n shop, nee. Bij het teruglopen zag ik nog een orthopedische shop, en ja hoor, daar geslaagd. Je doet alles lopend en volgens mijn app heb ik zo toch nog 8 km gelopen. Maar vandaag de Brace al gebruikt en het helpt.

in de stad kwam ik toevallig onverwacht nog de twee Engelse pelgrims tegen. Nog een leuk gesprek gehad. Helaas zij stoppen in Aosta en gaan vandaag richting huis. De Zuid Afrikaanse vrouw en de Australiër hadden zij ook niet meer gezien. In Etroubles hebben zij geslapen pal achter mijn hotel op de camping waarvan ik het internet gebruikte.

Morgen gaat de Via Francigena, die onder mijn slaapkamerraam loopt, weer verder. Ik ga dan naar Nus, maar net iets meer dan 15 km, mooi om te zien of het allemaal goed gaat met de knieën. De route gaat wel wat op en neer maar niet meer langdurig. Er komt wel een ander “probleem” aan dat het hier snikheet gaat worden, 34 tot 36 graden. Conclusie vroeg starten.