Tweede deel, Dag 3; Mortarra naar Garlasco,

22 september 2021.

Na de vermoeiende dag van gisteren, vandaag tijd voor meer ontspanning. Het weer is goed, een strak blauwe hemel met een temperatuur overdag van 23 graden. Na een goede nachtrust maar eens om 8 uur opgestaan. Ontbijten moet buiten de deur maar dat is geen straf. Italianen ontbijten met iets van een croissantje met een espresso. Ik kies voor een koffie Americano, dat is een espresso met water erbij, een verse jus d'orange en twee broodjes. Lekker buiten onder de blauwe lucht.


Om een uur of negen is het tijd voor de start van de tocht van vandaag naar Garlasco. De eerste paar honderd meter voel je je pijntjes maar daarna is dat helemaal weg, het lijf is weer onder control. Even een stuk door het stadje en kom ik bij de abdij van S. Albino. Daar kunnen pelgrims ook overnachten. Ik ben niet zo voor slaapzalen en zeker niet nu in Corona tijd.


Net voor deze abdij keek ik nog even terug naar Mortara, de wandelrichting is naar de zon toe. Vandaag mijn hoed op gehad tegen de zon dat had ik gisteren niet gedaan omdat de dag toen bewolkt begon.


De route is vandaag veel afwisselender dan gisteren, nog wel rijstvelden maar niet in overvloed. Vaker wat bossig gebied, zandpaden zodat je niet het gekraak van het grind hoort. Zowaar vandaag twee Nederlanders ontmoet die de ook de Via Francigena lopen, even lekker bijkletsen en ervaringen uitwisselen.


Ik loop vandaag ook door meer dorpjes, niet dat daar veel te beleven is maar voor de afwisseling leuk. Een groter dorp is Tromello. Bisschop Sigeric beschreef dit dorp ook op zijn tocht in 990. Bij Tromello liggen de restanten van een oude vesting uit die tijd, die Tremel heet. De toren in Tromello is nog een onderdeel van een castello. In 1828 is de toren door bewoners verhoogd zodat er klokken in kon worden gehangen. De toren torent hoog boven Tromello uit. Tijd voor koffie en vers water.


Nog even als opfrisser wat de Via Francigena is.

De Via Francigena  is een middeleeuws netwerk van wegen dat reizigers uit de Britse eilanden, de Lage Landen en Frankrijk, in de middeleeuwen naar Rome leidde. Historici, en ook de Association International Via Francigena (AIVF) laten de Via Francigena beginnen in Canterbury, vanwaar bisschop Sigeric in het jaar 990 Rome bezocht. Van zijn reis hield hij een dagboek van de route op zijn terugreis uit Rome bij. Dit boek werd in juli 1985 ontdekt door de antropoloog Giovanni Caselli en vormt de basis om een moderne pelgrimsweg naar Rome uit te zetten. In 2004 is de Via Francigena ook als belangrijke historische weg erkend door de Raad van Europa. Sigeric bezocht Rome om daar zijn Pallium te halen. Een wollen kerkelijk gewaad, eigenlijk alleen voor de paus, maar voor bijzondere mensen werd dit gewaad ook door de paus uitgereikt. Sigeric had het verdiend.

Na Tromello is het niet meer zo ver naar Garlasco. De rijstvelden worden steeds kleiner. Wat je nog wel ziet zijn de vele kanalen om het water naar en vanaf de rijstvelden te krijgen. Zoal ik gisteren al schreef een heel systeem. Nu staat het water niet meer hoog en is grotendeels afgevoerd. Een enkel rijstveld zie ik nog onder water staan. In het water barst het van de vissen en ik zag zelfs een schildpad. Ook een bananen boom ben ik tegengekomen maar die zal aangeplant zijn. De bananen miste ik.



























Om twee uur was ik al in Garlasco, een wat groter plaats. Mijn overnachtingsplek lag op de route die kon dit keer niet missen. Eerst maar even mijn was gedaan, en toen mijn eigen opfrisbeurt. Later op de middag maar even Garlasco verkent. Het plein begint al Italiaans te lijken. Een blok met een arcade met daar achter de bars en ijssalon. Met ook op het plein de kerk Madonna delle Bozole. De kerk met een mirakel.


De oorsprong van het heiligdom van Garlasco is terug te voeren op een wonderbaarlijke gebeurtenis die teruggaat tot 1465. Het was de eerste zondag in september, toen een doofstomme dertienjarig meisje, Maria, uit Garlasco, met haar dieren aan het grazen was. Toen plotseling de lucht bewolkt werd door de nadering van een storm. Maria zocht beschutting in een kleine kapel waar een fresco van de Heilige Maagd Maria te zien was, geschilderd door Agostino da Pavia omdat ze gered was van verdrinking in de rivier Ticino. Plots verscheen de Madonna voor de ogen van de kindergodin: "Maria Benedetta, ga de mensen van Garlasco vertellen dat ik hier een heiligdom wil om heel Lomellina te beschermen. Er zullen zoveel genaden zijn die ik op deze plek zal geven, dat mijn kinderen de schatten van mijn barmhartigheden zullen ervaren. Als teken dat ik aan je ben verschenen, heb je mijn bericht al gehoord, nu breng je het naar de mensen van Garlasco ".
Maria keerde terug naar Garlasco en de dorpelingen en hoorde uit de mond van het kleine meisje, niet langer doofstom, de boodschap van de Madonna geloofde onmiddellijk in de verschijning. Vanaf dat moment werd het meisje Maria Maria Benedetta genoemd vanwege het wonder dat Onze Lieve Vrouw op haar had verricht. De pastoor van Garlasco zorgde voor haar, die zich terugtrok in het klooster, gerund door kloosterzusters en gelegen aan de westelijke grens van het grondgebied van Garlasco tussen Tromello en Alagna
.

En dan nog de arcade.


Morgen begint mijn zeventige levensjaar, die dag zal mij lopend brengen naar Pavia. De tocht gaat door de vallei van Tricino. Een kleine 23 km, moet te doen zijn.