Het Marskramerpad

Dag 11, Hollandse Rading naar Breukelen

Vandaag een beetje sneeuw en een wat bevroren bodem. De perfecte dag voor de wandeling van Hollandse Rading naar Breukelen door het veengebied. Met de tram en trein naar Hollandese Rading.

 

De route is wel recht toe recht aan. Ook wel logisch omdat je door een veengebied loopt waar veel rechte lijnen zijn. Het begin was nog was bossig.

 


Je ziet iemand lopen maar erg druk met lopers was het niet. Je kon in de afdrukken van de sneeuw wel zien dat er al mensen gelopen hadden. Even verder toch weer een plekje voor camino lopers, bankjes en tekens met de schelp en oude schoenen. Helaas niet geschikt vandaag om te gaan zitten. Ook kwam ik een wat oudere vrouw tegen die aan het wandelen was met een ponny die getekend was als een zwart witte bonte koe. Ze liep iedere dag met de ponny een rondje, dat is goed voor de ponny en voor haar, gaf ze mij aan.

 


Na het gedeelte met straatstenen en wat asfalt kom ik langs het Tienhovens kanaal te lopen, vanaf hier begint het veengebied. Tussen de Tienhovense plassen en langs de eendenkooi Breukeleveen. Een eendenkooi heeft altijd een groot oppervaalk wat afgepaald mag worden. Dat heb ik al vaker gezien.

 

 

En een boel ganzen onderweg, honderden, een prachtig gezicht. Heel in de verte de contouren van Utrecht.

 

 

Na toch weer wat mensen ontmoet te hebben kom ik bij de molen "De Trouw Waghter". De poldermolen en de houten schutsluis zijn gebouwd in 1832. Een combinatie als deze is uniek in Nederland. Sinds de Tweede Wereld- oorlog heet de molen "De Trouwe Waghter.". De molen dankt zijn naam aan de tekens die de molenaar Arie van Garderen gaf met behulp van de stand van de wieken. Op deze manier heeft hij vele onderduikers uit de streek kunnen waarschuwen. 

Het is wel een bijzonder gezicht de twee radwielen bij de sluisjes en hetzelfde radwiel bij de molen.

 

 

Een stuk verder op de weg kom ik bij Tienhoven met een stukje naar links Oud-Maarsseveen.

Tienhoven waarom heet dat zo, eigenlijk een heel simpel antwoord, het is een samenvoeging van tien boeren hoeven.

 

Tussen de oeverwal van de Vecht en de zandgronden van 't Gooi lag een moerasgebied dat door het graven van weteringen werd drooggelegd. In oude akten komt Maarsseveen al in 1174 voor. Een deel ter grootte van tien hoeven werd in 1243 afgesplitst, vandaar de naam Tienhoven. Vanaf die tijd waren het dan ook twee gerechten (gemeenten).

Turfwinning vond hier al plaats rond 1400, als droge vervening van de drooggelegde moerassen. Toen dit niet meer mogelijk was, ging men in de achttiende eeuw over op natte vervening, mede door de grote brandstofbehoefte. Veen werd onder de waterspiegel opgebaggerd en gedroogd op legakkers. Daarna werden er turven van gemaakt. Stiekem maakte men legakkers smaller dan was toegestaan, waardoor bij storm veel legakkers verdwenen en plassen ontstonden. De vervening stopte in 1949.

 

Hoeveel plaatsen hebben hier ook niet aan het eind de naam Veen, Vinkeveen, Maarssenveen etc.

De gemeente Maarsseveen werd in 1949 bij Maarssen gevoegd, met Tienhoven gebeurde dat in 1957.

 

In Tienhoven een stukje naar links richting Oud-Maarseveen en dan de Bethunepolder in. Ook al weer zo'n apart verhaal.

 

De Belgische Markies de Bethune heeft in 1880 de naar hem genoemde polder laten droogmalen. Pas in 1930 werd de exploitatie rendabel, doordat Amsterdam de grote hoeveelheid kwelwater als drinkwater ging gebruiken. En mijn tocht gaat verder door de Bethunepolder.

 

 

 

En dan niet ver voor het fort Tienhoven, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie kom ik bij een mooi bankje uit, niet bedekt met sneeuw, en even wat eten en drinken. Dan lees je een heel verhaal over een Aspergeversperring. Hier is net voor de oorlog in 1939 een vechtwagen versperring aangebracht. Met deze versperring kon men in tijde van oorlog de weg afsluiten met stalen balken. Dat heet dan een aspergeversperring en soms een tankversperring. Na de dijkverbetering heeft men deze versperring weer zichtbaar gemaakt in de vorm van dit monument. Het is een lekker bankje maar wat vervelend dat er met viltstift is opgeschreven alle joden het land uit, verschrikkelijk.

 

 

Iets verder het verwaarloosde fort Tienhoven, daar kwam ik al langs op het waterliniepad, wat ik eerder heb gelopen. Na het fort een grasdijk op en doorlopen tot aan een bruggetje waar het Waterlinie pad naar rechts gaat en het Marskramerpad naar links. Op de dijk honderden eenden die allemaal voor mij uit het water invlogen.

Het pad links gaat over het particuliere landgoed Gunterstein. Iemand die bekend is in Breukelen weet dat bij de witte brug over de Vecht het kasteel Gunterstein staat van de familie Gunter. Het wapen van hen is te bewonderen aan de Vechtzijde van het kasteel. Wat er nu staat is niet het oorspronkelijke kasteel dat was al twee keer verwoest in 1513 en in 1672. In 1681 is het weer herbouwd en dat staat er nu.

Het eind van het pad wat blubberig zou zijn geweest als het niet vriest, kom je bij de Vecht. Rechts van de brug staat het kasteel.

 

 

 

Nog even door het mooie Breukelen richting station om weer naar huis af te reizen. Ik las veel dat deze wandeling niet mooi is maar dara denk ik anders over.