Het Marskramerpad

Dag 8, Klarenbeek naar Hoenderloo, 30-09-2023

 

 

Na lekker geslapen en ontbeten te hebben weer op stap, de trein naar Klarenbeek gaat op zaterdag maar één maal per uur. Ik wilde daarom de trein van 9:05 uur hebben en dat is gelukt.

om kwart over tien was ik in Klarenbeek en stond weer voor het kabouter bos met de kabouter kolonie. Hoe die is ontstaan heb ik even gefotografeerd.

 

Het weer is prachtig vandaag om te lopen naar het mooie Klarenbeek. Apart, een gedeelte van het dorp hoort bij de gemeente Voorst en een ander gedeelte bij de gemeente Apeldoorn. Het gedeelte van Voorst heeft een grote kerk en een groot landhuis, “huize Klarenbeek” waar de plaats naar vernoemd schijnt te zijn. De voormalige katholieke kerk van Klarenbeek heet nij Boshuis. Sinds 2015 is deze kerk officieel onttrokken aan de erediensten. De kerk is aangekocht door de Klarenbeekse gemeenschap en wordt nu veelvuldig gebruikt voor van alles, bijzonder dat dat kan. De foto met de oprijlaan is de weg naar huize Klarenbeek.

Klarenbeek staat bekend om de fabrieken voor het maken van sigarenkistjes, vandaar dat Klarenbeek een station heeft voor de aanvoer van hout en de afvoer van de kistjes. Die handel is inmiddels al lang verleden tijd.

 

Klarenbeek, Beekbergen, die namen moeten wat te maken hebben met een beek en bergen. De Beek klopt, vanaf Klarenbeek naar Beekbergen gaat de route langs de Beekbergse Beek. De bergen komen later in het verhaal.

 

Ik loop uiteindelijk het Marskramerpad met in mijn rugzak handel??? Nee ik ben geen echte marskramer, ik heb niets te koop. Dat was anders met één van de laatste Veluwse marskramer, Willem van Tongeren.


Willem van Tongeren (1864-1942) was een van de laatste marskramers, die per dag zo'n 20 tot 30 kilometer aflegde over de Oost-Veluwe. In het centrum van Vaassen staat naast de Grote Kerk het standbeeld van hem. Vader en moeder Van Tongeren waren 'dagloner', de armste groep van de bevolking. Zoon Willem had verschillende boeren als werkgever, maar dat werd eigenlijk nooit wat. Bij de boeren kwamen op gezette tijden de mars. kramers aan de deur met textiel, potten en pannen of met manden, maar vooral de "Kissieskerels" en dat trok Willem. Met een kist voorzien van laadjes, met klein spul; garen, band, knopen, lucifers e.d. als handel, niet te zwaar en dan een vrij leven. Van boerderij naar boerderij zwervend, hier en daar een praatje, daar koffie en op bepaalde boerderijen met de knechten mee eten. Op zijn regelmatige zwerf. tochten kreeg hij nogal wat geld, maar het verdween even vlot weer. Voor zijn kleding hoefde hij niet veel geld uit te geven: kleren en schoenen kreeg hij. Een broek met een touw om zijn middel opgebonden, de pijpen als een harmonica op zijn schoenen en een veel te wijde jas, waarvan de mouwen veel te lang zijn en in plooien over zijn handen vielen. Te grote schoenen, nu eens hoge, dan weer lage of hele mooie, soms ook wel eens twee verschillende. En dan een vette pet schuin op het hoofd.


Langzamerhand laat Willem zijn kistje thuis en gaat hij alleen op pad met een doos, waarin wat lucifers en wat ander klein spul zit en een zak waarin hij de dingen opbergt die hij krijgt. Hij is zo bekend en sympathiek dat de verkoop bijzaak is geworden. Bij de verkoop van een doosje lucifers worden de twee of drie cent dankbaar aangenomen, en het betreffende doosje lucifers wordt ook maar weer in de doos teruggedaan. Steevast vraagt hij: "He'j nog wat neudig, een deussien luucifars of zo?" Willem overlijdt op 7 november 1942 mede aan de gevolgen van een beenbreuk, in de ziekenzaal van 'Het Hietveld' in Beekbergen.

 

 

Vandaag niet veel marskramers op het pad maar wel veel wandelaars van het Marskramerpad. Onderweg bij een zelfbediening rustpunt gezellig met 4 mensen uit Amersfoort zitten drinken en bijpraten. Ook mensen ontmoet die gisteren ook liepen en morgen ook weer. En nog veel meer lopers maar die heb ik niet gesproken.

in Beekbergen even mijn echte rust genomen, even geluncht dit keer.

 

Het pad weer opgepakt eerst langs de volop oogstende boeren met mais en suikerbieten, het is op het land een drukte van belang ( komt dat door de tijdsplanning gesteld door de overheid?)

 


En dan duik ik de Veluwse bossen in, eerst door de bosbesvelden en dan, ja daar zijn ze, Beekbergen, bergen. Het was behoorlijk op en neer over de Veluwse bergen. Dit stuk Veluwe kende ik niet maar het is een pittig stuk om te lopen, en prachtig.

 


Deze foto heb ik nog niet op het hoogste punt genomen, ik dacht dat ik er was maar het ging nog hoger, niets vergeleken met de Sint Bernard pas maar toch voor Nederland bijzonder. Ik heb het vermoeden dat ik verderop het hoogste punt heb gevonden, een markering. Er stond echter niets bij.

 


Na al het geklim en dalen kom ik op vlakkere paden die mij naar Hoenderloo leiden. Ik kom een kant van Hoenderloo inlopen die ik niet ken. Ben erg vaak in Hoenderloo geweest maar had dit mooie kerkje nog nooit gezien.

 


Het is de Heldringkerk uit 1958, een prachtig wit kerkje op een terp.

 

En als je dan in Hoenderloo bent moet je naar het loket van “Ijs van Co”, die heeft een softijs achtig ijs maar wordt met de lepel in je hoorn of bakje geschept, o zo lekker. En dat weet iedereen want je moet je aansluiten in de wachtrij. En die is veel langer dan wat je op de foto ziet.

.


Morgen al weer dag 3, ik slaap vandaag weer in Apeldoorn, ook in Hoenderloo was geen plek te vinden. Maar hier ging alles goed, een eigen etage met eigen badkamer bij Vrienden op de  Wandelfiets. Binnen een half uur van Hoenderloo naar deze plek.

morgen weer terug naar Hoenderloo en dan lopen naar Stroe.