Ben Teunissen begint in zijn boek voor vandaag met het volgende ; Eerst nog een dag de Jura, Een pittige wandeling door de heuvels van het Jura gebergte. Dicht in de buurt van de Zwitserse grens trek Je in zuidelijke richting naar Jounge. Het stadje was een belangrijke poort voor handelaars en pelgrims op de weg naar de “eeuwige stad” Rome.
En pittig was het weer vandaag, twee stevige beklimmingen en een die goed te doen was. Mijn laatste dag in Frankrijk is weer zonnig en droog. Bij vertrek uit Pontarlier vanmorgen om half acht scheen volop de zon. Het vaste ritueel, broodje bij de bakker kopen, en een foto van de stad waar ik uit vertrek, mede om aan te tonen dat de lucht weer blauw is, een foto van het “ Hotel de Ville” het stadhuis.
Gisteren nog even bij de Tourist Information voor een mooie stempel, maar die madame had slechte zin, daar deden ze niet aan. Dan maar een stempel van het hotel, het is niet anders. Dat leeft in dit deel toch minder, op de Camino Santiago stond vaak in ierdere kerk een stempeldoos met een stempel. Ik verwacht dat dat nu beter gaat worden. De tocht naar Jounge begon met eerst, lang rechtdoor, Pontarlier uit te lopen. Was minder vervelend dan het inlopen van de stad. Meer afwisseling en oude huizen. En toen begon het “feest”, direct bij het eerste weggetje wat ik in moest, een bord dat ik sneeuwkettingen nodig kon hebben. Gelukkig met die blauwe lucht leek me dat niet nodig.
De klim begint direct en gaat bijna een uur ononderbroken door, vaak erg steil. Maar als je op tweederde van de klim bent kom je aan op een prachtig uitzichtpunt met uitzicht op het “ Château de Joux” in Le Frambourg. Je staat op een steile rotswand en kan genieten van dit prachtige plaatje.
Na dit mooie uitzicht nog een stuk doorklimmen om daarna af te dalen naar het plaatsje Les Frambourg, zo werkt dat, ben je boven, er is altijd een andere kant van de berg en die gaat altijd naar beneden. Verder lopend kom je nog langs een oud fort dat nu een ruïne is, en gaat het pad met heel veel haarspeldbochten naar beneden. In het plaatsje Les Frambourg, even een stuk vlak lopen tot de volgende berg zich weer laat zien. Het eerste stuk van de volgende klim begon op een smal paadje met heel veel Fluitekruid.
Even verder ging dat pad over in een echt modderpad en dat ook nog omhoog. Wat ik zeker weet, is dat hier veel meer mensen (pelgrims) lopen want er stonden zoveel wandelschoenzool afdrukken in de modder, maar ik heb vandaag weer niemand ontmoet. Ik zit op een aantal Facebook groepen van de Via Francigena en weet dat er twee Engelsen precies een dag voor mij lopen, er lopen er ook al verder voor me uit en ook achter me, maar net niet mijn dag. Ik blijf hopen en verwachten dat het drukker wordt.
Als ik de volgende berg verder opgeklauterd ben heb je weer een mooi gezicht op het Château en de plaats Les Frambourg. Links zie je het Château en op de berg recht zie je de ruïne van het fort. De vorige foto heb ik gemaakt boven die rotsen tussen het Château en de ruïne
Deze, de tweede klim, was nog wat langer en hoger dan de eerste klim, bij deze foto ben ik pas halverwege. Vandaag ga ik tot 1200 meter hoogte. Gewoon doorstappen, zweet afvegen, af en toe wat drinken, soms even diep ademhalen en je komt telkens weer boven. En onderweg kom je dan gelukkig Maria tegen die over ons allen zal waken.
Na de klim daal je weer iets af en loopt weer over een hoogvlakte. Op deze hoogvlakte ligt het dorp Les Fourges, je merkt dat het een dorp is wat in de winter altijd in de sneeuw ligt, het is er kaler, nu zelfs koeler, en behoorlijk op zichzelf aangewezen. De eerste ski verwijzingen zie je al.
Tijd voor de lunch. Mijn brood, kaas erop en water. Het bankje was precies tegenover een school die net uitging, vaders, moeders, opa’s en oma’s en de schoolbus voor de deur. Ik heb een foto gemaakt van de school omdat ik het een bijzonder maar mooi gebouw vind voor een best grote school, er kwamen ook veel kinderen naar buiten. Ook voor de school, hoe je een niet meer in gebruik zijnde telefooncel een ander functie kan geven als ruilbibliotheek. Met ook nog een aanwezige kraan met goed water kon ik mijn watervoorraad weer aanvullen.
Nog even bij een klein winkeltje een banaan en een appel gekocht om weer op pad te gaan voor de laatste echte klim van vandaag. Die klim ging geleidelijk aan dus viel erg mee. Langs “Alpen” weiden, want akkerbouw met koren is hier niet meer, alleen nog gras.
Wat mij hier ook opvalt zijn de immens grote boerderijen, op de eerste foto met zeer veel woonvertrekken, waarschijnlijk omdat ook het personeel hier overnachtte, wat moet je anders met die ruimtes. Op de tweede foto zie je dat de hooiopslag boven het woongemeente is, er is een oprit naar de staldeur die boven de woning zit. Ik heb meerdere van dit type gezien.
Jounge ligt lager, op ca 1000 meter, je loopt via skioorden, skiliften, nu lege grote parkeerplaatsen uiteindelijk naar Jounge. Jounge stamt al uit de middeleeuwen als transportstad naar Zwitserland. Het is ook zeker dat bisschop Sigeric hier is geweest, hij heeft de plaats beschreven. De ca. 1300 inwoners van deze plaats ervaren het transport nog steeds. De auto's en vrachtwagens denderen door het dorp heen. Mijn slaapplek van vannacht ligt aan die route. Als het raam dicht is is het goed uit te houden met de herrie, ik verwacht dat het glas zelfs geluidwerend is. Ok zit er in dit dorpje veel supermarkten en benzinepompen weer echt een grensplaatsje.
Morgen ga ik Frankrijk verlaten en de Via Francigena in Zwitserland beleven. Het doel van morgen is de stad Orbe. Vandaag realiseerde ik me ineens dat Zwitserland niet de euro heeft. Morgen nog even wat Zwitserse franken regelen. Veel heb je tegenwoordig niet meer nodig omdat je alles met je bankpas betaalt.