Dag 27, Caldas de Reis naar Padrón

13 april 2023

 


In het noorden van Spanje boven Portugal is het weer wat minder, vaker bewolkt en in de nacht regen. Vandaag overdag af en toe wat spetters, maar mijn regenkleding niet nodig gehad. Iedereen begint een beetje in feeststemming te komen merk je omdat morgen de laatste dag is.
Een 20 km vandaag naar Padrón, een belangrijke stad in de legende van Sint Jacobus, daar later meer over.

 

Het is vandaag een route veel door bos, vaak wat omhoog lopend en dan natuurlijk ook weer een stuk omlaag. Mijn ontbijt heb ik weer uitgesteld tot de eerste rustplaats in Carrededo, net iets meer dan 5 km lopen. Daar heerlijk gebakken ei met spek en worstjes genomen, ik kan er weer tegen.

Ondanks de wolken toch telkens zo’n er tussendoor. Ik heb ook vandaag in mijn polo gelopen zonder jas. En dan zie je die mooie gele velden.

 


Vandaag weer druk op de camino, veel Spanjaarden, die deze week vakantie hebben en veel Portugesen die ook vakantie hebben. Maar ook veel Duitsers, Ieren, Amerikanen en Canadezen, ook de man uit Australië kom ik iedere dag weer tegen. Zo lopen we samen langs de kerk Santa Mariña in O Campo.

 


De route ging veel over dit soort mooie paden, en overal hoor je het water van de beken en watervalletjes stromen.

 


Gisteren en vandaag weer kwam ik telkens een groep gezellige jongeren tegen, ze dragen een Scouting das. Vandaag even met ze in gesprek gegaan, het zijn Scouts uit Portugal, zijn gestart in Valença, net voor de Spaanse grens en maken er met elkaar een gezellige week van. Ze wilden elkaar op de foto zetten, dat lukte niet omdat ik ervoor sprong en ho ho riep, dat begrepen ze ook nog. Ik heb toen de hele groep met hun en met mijn toestel op de foto gezet. Ze hebben daarna ook nog mijn ho ho foto naar mij gemaild, dank daarvoor aan Maria Inês.

we hebben samen een stukje opgelopen en toen zijn zij achterop geraakt. Ik zie ze ongetwijfeld morgen weer.

 


Wat tekens zo mooi is zijn de begroeiingen op de muren, hier een volledig paarse wand met rotsplanten.

 


Rond de klok van half twee was ik al in Padrón. Daar is dit weekend een groot feest, er is een kermis opgebouwd, er zijn allemaal eettenten waar vandaag de barbecues al branden met daarop vlees en grote kookpannen met grote inktvis, Calamaris. Ik kon al gelijk aanschuiven werd me verteld.

 


Ja, en waarom is Padrón nu zo belangrijk in de legende van Sint Jacobus? Een lang maar wel mooi verhaal.

 

Er zijn verschillende verhalen over wat er met het lichaam van apostel Jacobus gebeurt nadat Herodes hem heeft laten onthoofden. In de meest vroege verhalen wordt de Olijfberg bij Jeruzalem als begraafplaats gegeven. Dit is dan ook de meest waarschijnlijke plek. De verbeelding maakte echter dat er over de laatste rustplaats van Jacobus steeds uitgebreidere verhalen kwamen. Uiteindelijk eindigen deze verhalen met een graftombe bij Santiago de Compostela in Spanje waar nog steeds jaarlijks duizenden pelgrims naar toe trekken.


Op weg naar Spanje

Volgens de legende komen ’s avonds na de terechtstelling van Jacobus twee van zijn leerlingen, Athanasius en Theodorus, het lichaam ophalen. In tegenstelling tot de mannen van Herodes kunnen zij het knielende lichaam dat nog steeds met het hoofd in de handen zat wel aanraken. De leerlingen weten niet wat ze met het lichaam aanmoeten, maar God geeft hen een boot zonder roer waar ze Jacobus in leggen. Ze laten de boot te water en een engel leidt hen in zeven dagen naar de kust van Galicië. 

Via de rivier Ulla komt de boot terecht in het plaatsje Padrón waar het vastloopt op een steen. Deze steen zou zich nu onder het altaar van de parochiekerk bevinden. De leerlingen gaan aan wal en leggen het lichaam van Jacobus op een witte steen die meteen transformeert in een prachtige witte sarcofaag. Nu moeten ze nog een geschikte begraafplaats vinden voor Jacobus.

 

Koningin Lupa
De leerlingen trekken een eindje landinwaarts waar ze bij een kasteel aankomen. Het kasteel is bewoond door koningin Lupa, een valse vrouw, die niet op het lichaam van de apostel zit te wachten. Ze stuurt de leerlingen door naar de koning, die als zeer wreed bekend staat. Als de leerlingen bij de koning aankomen, worden ze door hem zonder pardon in de kerkers gegooid. Als de vorst aan tafel zit, komt een engel de leerlingen uit de kerkers bevrijden. Dit gaat helaas niet onopgemerkt en de wachters slaan alarm. Al snel worden ze op de hielen gezeten door een groep soldaten van de koning. Met de hulp van God, die een brug laat instorten, weten de leerlingen te ontsnappen aan de soldaten. Zij storten met brug en al het ravijn in. Hoewel de koning onder de indruk is, is hij ook een beetje bang voor de macht van de vreemdelingen. Toch laat hij zich door hen bekeren en geeft hij toestemming om het lichaam van Jacobus te begraven.
 

Een vuurspuwende draak en wilde stieren getemd
Koningin Lupa is geheel niet onder de indruk van het voorval en wil zich nog niet gewonnen geven. Listig als zij is, stuurt ze de leerlingen naar haar ossen die in de bergen grazen. Ze mogen de ossen gebruiken om de sarcofaag te vervoeren. De plaats waar de ossen hen brengen, zou de begraafplaats worden. Lupa laat het echter na om te zeggen dat de ossen niet tam zijn maar wilde stieren. Ze hoopt dat de mannen omkomen op het moment dat ze de stieren proberen te vangen. De leerlingen trekken nietsvermoedend de bergen in en komen al snel een vuurspuwende draak tegen. Ze maken de draak onschadelijk met een enkel kruisteken. Hierdoor stort de draak neer. Nu hebben de leerlingen de kwade opzet van Lupa door. Bij de wilde stieren aangekomen, maken ze wederom een kruisteken. De stieren worden ogenblikkelijk zo mak als lammetjes. Ze laten zich voor de kar spannen waarop de sarcofaag van Jacobus ligt. Zo lopen ze zonder de stieren te mennen terug naar het kasteel van koningin Lupa.
 

Jacobus laatste rustplaats
Eindelijk overtuigt staat Lupa haar kasteel af als laatste rustplaats voor Jacobus. Ze bekeert zich en laat het kasteel verbouwen tot kerk. De leerlingen blijven tot hun dood bij het graf waken en worden in twee sarcofagen bijgezet.
 

En dat is nu de pelgrimsplaats Santiago de Compostella, de kathedraal.

 

In Padrón ben ik nog even op zoek gegaan naar de Fontein del Carmen.

 

Het wonder van la fuente del Carmen in Padrón

 

De fontein
Het water uit de drie kleine fonteinen is gaan stromen nadat Jacobus drie keer met zijn staf op een rots sloeg.

 

Het altaar
Zwangeren vrouwen brengen de maagd Maria de los Dolores een brandend kaarsje en bloemen, in de hoop op een vlotte bevalling.

 

De gevel
Op de gevel is de doop van koningin Lupe door Jacobus afgebeeld.

 

ik heb een overzicht foto gemaakt en detail foto’s.

 


Hieronder het stenen bootje waarmee Jacobus is aangespoeld in Padrón.

 


Hieronder het altaar met de geneeskrachtige 3 fonteinen.

 


En hieronder de doop van Lupa.

 


Op de overzichts foto van de fontein staat daarachter hoog op de berg de kerk van het klooster Carma.

 


Morgen de slotdag van de camino Português, een 25 km lopen naar Jacobus zijn graf in Santiago de Compostela. En het zou nog best een natte dag kunnen worden, dat zijn natuurlijk na al die zonneschijn en droge dagen nog even wat ontberingen om mijn tweede Compostella af te kunnen halen.