Dag 21, van Ponte de Lima naar Rubiães

7 april 2023

 


Vanmorgen op mijn gemak ontbeten en om half negen op stap op weg naar Rubiães. Het weer wordt weer goed vandaag, maar iets kouder dan gisteren, slechts 24 graden. 
Ik ben nog niet over de Pont Lima gelopen, alleen maar gezien. Nu gaat de route daaroverheen. Net voor de brug twee mooie kunstwerken langs de rivier. Met de os het land ploegen en dansende en muziek makende mensen.

 


En dan de Romaanse brug over met aan de andere zijde een mooi kerkje. Ook op de brug wenst Jacobus mij nog een Bom Caminho. De dag kan niet meer stuk. Vandaag Goede Vrijdag, de dag van de Kruisweg en de kruisiging van Jezus. 
 


De eerste 8 km van vandaag zijn goed te doen, mooie paden, mooie weggetjes, niets te klagen. Alleen loop ik zeker niet, er is een overvloed aan pelgrims, vaak nieuwe gezichten maar ook regelmatig mensen die ik eerder heb ontmoet. En veel gesprekjes onderweg, bijna altijd in het Engels. Het eerste pad loopt langs een watertje, dat gaat wel een kilometer door.

 


De bergen om mij heen zijn hier wat hoger dan ik gewend ben in Portugal. En één berg ga ik vandaag over, daar straks meer over.

 


Eerst duikt de route het bos in, rechts van me hoor ik water kletteren. De rivier kent veel verval met veel stroomversnellingen en watervallen. Ook dat heb ik niet echt voor Porto gezien, ik schreef nog bij Coimbra dat er haast geen water in de rivier stond.

En pelgrims gaan je voorbij en ik ga voorbij anderen, dat gaat de hele dag door.

 


En dan kom je ineens weer in een dorpje van niks. Er is een soort bar, annex winkeltje en ontmoetingsplek. Een vrouw op leeftijd bestierd dit kleine onderkomen en doet alles tegelijk. De plaatselijke bewoner doet even een boodschap, en de pelgrim wil wel wat drinken. Gewoon heel simpel. Goed dat dit soort zaakjes nog bestaan. Ernaast staat een kapel met de deuren wagenwijd open. De Kapel is meer een plek waar pelgrims wat achter laten.

 


Ja en of je het wilt of niet, na deze plek begint de Kruistocht naar het kruis van de Fransen ook wel het kruis van de doden genoemd. Toevalliger kan het niet op deze dag. 
Ik moet de klim maken naar Alto de Portela Grande op een hoogte van 400 meter. Tot nu toe stelde al het klimmen niet veel voor, maar dit was een pittige. In eerste instantie wat steile stukken dan weer wat vlak maar tot ik op een punt aan kom waar de pijl ook echt aangeeft “naar boven”.

 


En dat gaat dan een uur door naar boven, vaak erg steil en klimmend over keien, een echte tocht naar het kruis, de kruistocht.

Het echte beeld van het pad kun je niet op een foto krijgen, maar geloof me het was pittig.

 


Nog niet eens op de top kom ik bij het kruis aan.


350 meter voor de top vind ik dit kruis ("van de Fransen"), ook wel bekend als "dos Mortos" ("van de Doden"). Dit zou een prachtige plek kunnen zijn als pelgrims gewoon een kleine steen zouden plaatsen ter nagedachtenis aan hun pelgrimstocht, in plaats van kledingstukken en persoonlijke spullen (die eigenlijk als afval worden behandeld) die zich opstapelen en de magie en symboliek van deze plek doorbreken. Een bord aan de voet van het kruis herinnert ons eraan dat de lokale bevolking van Labruja hier soldaten achtervolgde die achter het leger van Napoleon aanvielen.

Op de Camino Frances kom je het Cruz Ferro tegen, waarschijnlijk wil men hier dezelfde symboliek. Dat zou mooi zijn. Ik moet zeggen dat er nu naast rommel best veel herinneringen van pelgrims lagen, maar niet te vergelijken met het Cruz Ferro.

 


Vanaf het kruis moet ik dus nog 350 meter verder om op de top te komen. Voor me zie je iedereen klauteren en zweten. Op de top aangekomen zoekt iedereen een zit steen op, rugzak af en een diepe zucht, de kruistocht is volbracht. 
Volgens mijn boekje zou er een snackkar staan vanaf de lente tot de herfst maar helaas, niets. Even teren op je eigen water uit de camelback en eten wat ik bij me heb.

Dan nog even een foto vanaf de berg.

 


De rest van de route is natuurlijk meest omlaag lopen. Ik was bang dat het ook een keien pad zou zijn maar dat was het gelukkig niet. Het was goed te lopen in een zwerm van pelgrims.

 


Eindelijk op de route iets waar je wat kan eten en drinken. Vanuit een omgebouwde caravan worden snacks als tosti’s en omelet  en drinken verkocht. De man zat even in de topdrukte, hij moest van alles tegelijk regelen. Ik telde zeker 25 pelgrims dat daar zaten en het liep af en aan. 
Een lekkere tosti mista genomen met wat te drinken, aan tafel met 5 vrouwen uit Duitsland, Amerika en Spanje.

De barman was ook nog kip aan het roosteren op een barbecue en rende de benen uit zijn kont. Hij had ook nog een stempel voor het pelgrimspaspoort. Maar hij deed het. 

inmiddels kom je in de fase dat je elkaar gaat herkennen en begroet met een high vife. 

 

Daarna nog even onder weer een druivenpergola door voor cabriolet.
 


Rond de klok van twee kom ik aan in Rubiães. Net voor de plaats heb ik een mooie plek bij Helmut en Heidi. Ja Duitse namen en daar komen ze ook vandaan. Winkels en restaurant zijn hier niet in de buurt maar Helmut heeft alles geregeld, in de keuken kun je drinken en wat te eten pakken tegen heel redelijk prijzen. 
Er komen volgens hem ook nog zes Franse vrouwen, dat werden er vijf, want een is afgehaakt en het zijn geen Fransen.

Helmut heeft geregeld dat de kelner van een restaurant in de buurt ons om 18 uur komt ophalen met zijn auto en meeneemt naar het restaurant. Als wij klaar zijn met eten brengt hij ons weer even terug. Top geregeld toch? 
 

Heidi kwam nog even vertellen dat als we het zwembad in willen er extra handdoeken liggen.

Vanaf 15 uur zijn zij zelf weg, maar dat maakt niet meer uit.

 


Morgen de laatste dag in Portugal, ik loop dan naar Valença net voor de Spaanse grens. De route is niet lang en niet zo moeilijk als vandaag, zondag ga ik direct de brug over van de rio Minho en sta dan in Spanje de stad Tui.